Na de Cho Oyu expeditie hebben Joost en ik contact gehouden. Heel langzaam groeide het idee om de Everest te gaan beklimmen. In april 2012 gingen we met Summit Climb op weg naar de Everest. Het doel was om via de Zuidcol route te klimmen.

Helaas heb ik mijn poging om de Mount Everest te beklimmen voortijdig moeten beëindigen vanwege een tweedegraads bevriezing van mijn middelvinger. De bevriezing heb ik naar alle waarschijnlijkheid opgelopen in kamp 2 op zo'n 6500 meter. Doorgaan zou amputatie betekenen. Had ik de bevriezing in kamp 3 opgelopen dan had ik nu nog maar 9 vingers. In die zin mag ik van geluk spreken.

Vanwege een bevriezing afscheid nemen van een droom valt niet mee. Het geeft een onaf gevoel. De conditie, eetlust en de gezondheid waren namelijk bijzonder goed.

Reisverslag

Langs steile flanken en gapende gletsjerspleten.

Ik heb genoten van de tocht naar het basiskamp. Het was een voorrecht om in zo'n mooie omgeving met zoveel aardige mensen om je heen te mogen wandelen. Met een klein vliegtuigje vlogen we van Kathmandu naar Lukla. Het landen op dat vliegveldje is een kunst op zich. Lukla ligt tussen de bergen en de landingsbaan is bijzonder klein. Met matig of slecht weer wordt er niet gevlogen. Dat kan betekenen dat je lang vast kunt zitten in Lukla.

Van Lukla zijn we naar Phakding gelopen. We liepen langs pagodes, gebedsmolens, Mani - stenen en wapperende gebedsvlaggetjes. De dag daarna vertrokken we naar Namche Bazaar (3450 m). Namche Bazaar is de onofficiële hoofdstad van de Solu Khumbu regio van Nepal en een belangrijk vertrekpunt voor trekkers en klimmers met als bestemming Mount Everest basiskamp. Het dorp is gelegen op de hellende bergflanken met een uitmuntend uitzicht op de bergen langs de vallei.

In Namche kan je nog van alles kopen. Zodra je Namche uit loopt richting Pangboche, heb je voor het eerst zicht op de Mount Everest. Wat een berg!
Na de zegening in Pangboche zijn we naar Pheriche gegaan. Dit ligt op 4250 m hoogte. Pheriche is een gehucht met wat huizen, een winkeltje en een kliniekje. Het is er koud en er staat een harde wind.
In het 'hotel' gaan we zo dicht mogelijk bij de kachel zitten, anders wordt het wel erg koud. Opvallend is dat je je grenzen qua luxe zeer snel verlegd.
Vanuit Pheriche konden we de Cho Oyu nog zien. Via Lobuche komen we na 8 dagen aan in het basiskamp. Het basiskamp (5360 m) staat op een gletsjer.

Het bivakkeren op de gletsjer is een ervaring apart. 's Nachts hoor je van diep uit de gletsjer gekraak. De lawines die van de Pumori, een berg vlakbij het basiskamp, komen zijn indrukwekkend en soms adembenemend.
Het uitzicht op de Khumbu-ijsval is prachtig. Nog mooier (maar ook spannend) vond ik het toen ik de 600 meter hoge ijsval door mocht. Om 3.00 uur 's nachts vertrokken we om vervolgens zo snel mogelijk langs steile flanken en over vele gapende gletsjerspleten (via ladders) te gaan.

De bloedvlekken bij die ene spleet wil je dan even niet zien. Kamp 1 ligt op 6100 meter. De route naar kamp 2 was relatief eenvoudig en veilig. Er liggen enkel wat ladders om over grote spleten te komen.
Het voelde daar alsof ik in een grote ansichtkaart liep: zoveel mooie bergen om me heen. Vanaf kamp 2 heb je een goed zicht over de route door de Lhotsewand naar kamp 3.

Bij terugkeer uit kamp 2 constateerden de artsen van de kliniek op de gletsjer dat ik frostbite had en zo spoedig mogelijk moest afdalen. Een keukenhulp liep met mij mee naar Lukla. Dat wil zeggen dat ik drie dagen van zo'n 22 kilometer al stijgend en dalend met mijn geblesseerde hand omhoog heb gelopen.
Iedere dag bezocht ik een kliniek om mijn wonden ten gevolge van de bevriezing te laten behandelen. De artsen in deze kliniekjes komen uit de hele wereld. Ze doen gedurende 3 maanden vrijwilligerswerk. Ze behandelen naast toeristen ook de inwoners van de gehuchten.
In Kathmandu werd ik verder behandeld. In Nederland werd dit voortgezet door kundige artsen en therapeuten van het Rode Kruisziekenhuis te Beverwijk.